Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening legt focus op woonkwaliteit

Woonkwaliteit staat centraal in de aangepaste gemeentelijke stedenbouwkundige verordening. Nieuw is het verbeteringsprincipe waardoor een uitgebreid openbaar onderzoek niet altijd meer verplicht is en gekeken wordt naar het totaalplaatje aan verbeterde woonkwaliteit.

Het College van Burgemeester en schepenen stelde het ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening voorlopig vast. De tekst bevat een aantal structurele en inhoudelijke verbeteringen. De toelichting staat voortaan bij de artikels zelf, dit verbetert de leesbaarheid van de verordening. En de schematische voorstellingen zijn eenvoudiger en duidelijker.

Verbeteringsprincipe

Nieuw in de verordening is het verbeteringsprincipe bij verbouwingen. Het verhogen van de woonkwaliteit staat hierbij centraal. Creatieve, eigentijdse en flexibele oplossingen zijn mogelijk. Vooroverleg, contact met de stadsdiensten en samenwerking zijn belangrijk en worden ook meer onder de aandacht gebracht.

Oostende telt heel veel oudere panden. Bij verbouwingen is het niet altijd mogelijk om aan de regels voor nieuwbouw te voldoen. Vroeger was de overheid verplicht om een uitgebreid openbaar onderzoek te organiseren bij een aanvraag voor omgevingsvergunning. De kosten van de aangetekende zendingen die hierbij horen, moest de bouwheer betalen. Nu kijkt de Stad naar naar de feitelijke situatie. Denk bijvoorbeeld aan een erfgoedpand met een te klein toilet. Bij een verbouwing kan het goed zijn dat het onmogelijk is om het toilet uit te breiden of te verplaatsen. De andere geplande werken kunnen de woonkwaliteit van het pand wel enorm vergroten. Vroeger moest zo’n dossier in openbaar onderzoek, met de bijhorende kost voor de eigenaar. Voortaan vallen zowel die kost als de last van het openbaar onderzoek weg. Wie wil verbouwen boekt voortaan dus tijdswinst en een financieel voordeel.

Focus op kwaliteit en netheid

Naast heel wat kwantitatieve voorschriften, gaat er in de verordening ook veel aandacht naar kwaliteit. Zowel bij werven, braakliggende percelen als gebouwen staan kwalitatieve aspecten voorop. Wachtgevels moeten in de toekomst op een kwaliteitsvolle manier afgewerkt worden. Vandaag zien we al te vaak slordige muren die jarenlang, soms decennia lang, onaangeroerd blijven. Dit verstoort het straatbeeld en is niet aangenaam voor omwonenden. Om visuele vervuiling tegen te gaan, moet technische infrastructuur op daken voortaan aangeduid worden op het plan en moeten machines geclusterd te worden. Zo kunnen ze geïntegreerd worden in afsluitingen en zijn ze minder zichtbaar.

Werven, braakliggende percelen en stellingen

Werven, braakliggende percelen en stellingen zorgen voor overlast voor omwonenden en passanten. Hinder is moeilijk te vermijden bij werkzaamheden maar de Stad legt wel voorwaarden op om dit tot een minimum te beperken. Braakliggende percelen bestemd voor wonen, moeten afgesloten worden met een draadafsluiting. Op die manier is het terrein niet vrij toegankelijk en wordt het geen plek voor sluikstort. Werven en werfzones moeten afgebakend worden met verticale houten planken in een uniforme kleur. Vandaag wordt dit al toegepast op sommige werven en het oogt veel netter. Bij de bouw van eengezinswoningen, mag men zelf de materialen kiezen.

De Stad voorziet ook het gebruik van steigerdoeken. Stellingen blijven soms lang staan en zorgen voor visuele overlast. Werken brengen ook vaak stofvorming met zich mee. Zonder steigerdoeken vliegt bouwafval in het rond, met alle gevolgen vandien voor de natuur en de bewoners. Steigerdoeken houden het stof tegen en kunnen bovendien bedrukt worden met de afbeeldingen van het toekomstige project of een historisch beeld dat relevant is voor het project. Dat vergroot de betrokkenheid van de buurt bij het nieuw te bouwen pand.

Toekomstgericht

De verordening is toekomstgericht. Bij woonprojecten moet per 10 autoparkeerplaatsen er minimaal 1 elektrisch oplaadpunt worden voorzien. Per 30 autoparkeerplaatsen moet een plaats voor autodelen ingericht worden. Voor de bouw van carports wordt de verordening aangepast aan de realiteit. Zo wordt de hoogte uitgebreid van 3 naar 3,5 meter. Ook de lengte kan met 1,5 meter uitgebreid worden wanneer een extra functie gekoppeld wordt aan de carport. Zo'n extra functie kan bijvoorbeeld het stallen van fietsen zijn, zo stimuleert de Stad meteen ook de modal shift.

Vereenvoudiging verhardingsregel en flexibel ruimtegebruik

Ontharding is de toekomst. Daarom zijn de verhardingsregels geëvalueerd en stevig verankerd in de verordening. De regeling voor 'strikt noodzakelijke toegangen in de voortuinstroken' vervalt, de rekenregel wordt nu toegepast op het hele perceel. Om de toegelaten verharding te berekenen, wordt nu het hele perceel in beschouwing genomen. Het principe dat tuinzones die zichtbaar zijn van op het openbaar domein of eraan grenzen een expliciet levend groen karakter moeten hebben, blijft wel vooropstaan. Alleen is er nu mits motivatie en het respecteren van de onthardingsrekenregel over het gehele perceel voortaan meer mogelijk in zo'n zones. Zeker voor gunstig georiënteerde voortuinen kan dit heel interessant zijn. Als je voortuin bijvoorbeeld gunstig georiënteerd is, kan je die als terras gebruiken en meer verharden op voorwaarde dat je dan ergens anders op je perceel (zij- of achtertuin) minder verharding voorziet. Je kan de toegestane verharding dus flexibel toepassen over het hele perceel.

De aangepaste gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt op 18 december voorgelegd aan de Gemeenteraad.

Gepubliceerd op vrijdag 15 december 2023 10.51 u.
JOUW STAD. JOUW VRAGEN. JOUW BEZORGDHEDEN. JOUW REACTIES.
Kom hier met al je vragen, en zelfs om eens te klagen. Maar ben je echt content, geef dan een compliment bereikbaar van maandag tot en met zaterdag van 8 tot 19 uur.