Charlotte Mutsaers

Hoofdthemas

Nederlands schrijfster en beeldend kunstenares Charlotte Mutsaers was meer dan 25 jaar bevriend met Leopold en Diana. Ze schreven elkaar eindeloos veel brieven waarin Pol de auteur vertelde over 'het oude Oostende'.

In het voorwoord van haar roman 'Zeepijn' schreef Charlotte Mutsaers over haar ontmoeting met de eigenzinnige eigenaar van de schelpenwinkel op de Groentemarkt. 

"Voor mij op tafel staat de aanleiding van dit boek: een gele vis van steen. Op zijn rug bevindt zich een zout-, peper- en mosterdstel. Op zijn zij een geschilderd dennentakje met daaraan twee dennenappels. De samenhang tussen vis, zee en zout zal iedereen duidelijk zijn. En waar zout is, kun je uiteraard ook peper en mosterd verwachten. Maar waarom in vredesnaam dat dennentakje? Om dat te achterhalen ben ik net als deze vis mijn neus achternagegaan en terzelfder tijd op mijn plaats gebleven. Dat heeft een avontuurlijke tocht opgeleverd vol schuim, dennengroen en kerstgeruis. De komende hoofdstukken vormen er de neerslag van. Ik hoop hiermee eindelijk een belofte te hebben ingelost van meer dan dertien jaar geleden. Rest mij nog te vertellen hoe ik aan die vis gekomen ben.

In de winter van 1986 werd mijn man vijftig. Wij hadden ons toen juist in Oostende geïnstalleerd en ik wilde hem verrassen met een ouderwets zeesouvenir. Dagenlang sjouwde ik door de stad zonder resultaat. […] Zeeschelpen las ik op een groot bord dat over de volle breedte van de etalage hing, maar dat woord dekte bij lange na de veelkoppige lading niet.

In het midden zweefde de grijnzende, gelakte tronie van een zeeduivel. Daarnaast bengelde een tros uitgedroogde zeemeerminnetjes. Koffervissen aan onzichtbare draden zwommen af en aan. Tussen de honderden schelpen, die op een blauwfluwelen kleed lagen en stuk voor stuk waren geprijsd en netjes afgestoft, zag ik sabelkrabben, zeekatten, oranje en blauwe zeesterren, een meeuw van parelmoer, elegante zeepaardjes in alle maten, antieke vissersbeeldjes, geestige oude briefkaarten met dikke vrouwen en dunne mannen, een ingekaderd katvis- gebeente in de vorm van Christus aan het kruis, een versteende schelpenmassa in de vorm van Christus aan het kruis, oorbellen van koraal, gepolijste tijgerogen, danseresjes die geheel vervaardigd waren uit kokkels en zichzelf koelte toewuifden met een fijn schelpenwaaiertje, een schilderij met een pijprokende zeeman, zeesponzen, schelpenmatjes om een hete pan op neer te zetten, muizen met een blauwe mosselsnuit, de zaag van een zaagvis, het zwaard van een zwaardvis en nog oneindig veel meer dan me op dit moment te binnen schiet. Als een vorst te midden van zijn onderdanen verhief zich tussen dit alles een kunstig opgetuigde kerstboom. En dan te bedenken dat het al februari was...

Maar we zijn er nog niet. Langs de zijkant van de winkel was een diep portiek en daarin bevonden zich nog eens drie uitstalkasten. Hierin waren voornamelijk souvenirs opgesteld. Volgens een handgeschreven toelichting moesten ze uit de tijd van Ensor stammen. Van deze souvenirs nu was de gele vis van steen er een. niet te koop stond er in kapitalen onder. Meteen was ik vastbesloten: te koop of niet, deze zout-, peper- en mosterdvis moest op een of andere manier de mijne worden. Vanwege het dennentakje op zijn zij! Bewees dat niet de juistheid van mijn jarenlange intuïtie?

Ik ging de winkel in. Het was er pikdonker en doodstil, en het rook er naar de diepzee. Na een tijdje hoorde ik geschuifel. Het licht ging aan en door de gordijnen achterin kwam een mannenhoofd gestoken. Alsof het een voorstelling was. Ogen die schitterden, wenkbrauwen die vragend de hoogte ingingen en een levendige bos grijs haar. Of hij me ergens mee van dienst kon zijn 'Ja,' zei ik, en verlegen wees ik op de gele vis. 'Niet te koop,' was het antwoord. Het hoofd verdween, het licht ging uit. Er zat niets anders op dan weer naar buiten te gaan.

De volgende dag besloot ik het anders aan te pakken. Opnieuw was de winkel bij binnenkomst pikdonker. Zodra het licht aanging en het hoofd verscheen, zei ik zelfverzekerd: 'Ik kom om schelpen.' In de roos! Als een duveltje uit een doosje sprong de winkelier tevoorschijn, rende bedrijvig rond, trok overal schelpenlaatjes open en haalde er de mooiste exemplaren uit. In een oogwenk lag de hele toonbank vol. Ik duizelde van zoveel moois en begon er in het wilde weg een paar aan te wijzen. Bij elke keus mompelde hij instemmend: 'Ja, die is niet mis.' Ondertussen was ook zijn vrouw van achter het gordijn gekomen. Ze knikte me toe en pakte zwijgend elke schelp afzonderlijk in een mooi papiertje. Tenslotte lagen er wel vijftig minuscule pakjes voor mijn neus. Ik rekende af en stak ze in mijn tas. Nu moest ik snel zijn en voor het licht uitging mijn vraag stellen. Ik vroeg: 'Mag ik u iets vragen?' Hij keek zijn vrouw aan. 'Ga uw gang,' zei hij toen. Ik wees weer op de gele vis. 'Niet te koop,' zei hij dadelijk en maakte aanstalten om te verdwijnen. 'Maar,' zei ik, 'ik heb nog niets gevraagd.' 'Ga uw gang,' zei hij.

Toen heb ik hem voorzichtig gevraagd of hij soms begreep waarom men op deze vis uitgerekend een dennentakje had geschilderd. Hij maakte een luchtsprongetje van verbazing. Hoe was het in godsnaam mogelijk! Precies hetzelfde had hij zich ook altijd afgevraagd. ‘Dan weet ik het goed gemaakt,’ zei ik. ‘U verkoopt mij de vis, en ik schrijf als tegenprestatie een boek waaruit duidelijk moet worden dat het dennentakje op deze vis even logisch is als de kerstboom in jullie etalage.’ ‘Eén tegenprestatie volstaat,’ Zei zijn vrouw. ‘U kunt de vis gratis meenemen.’ Daarop pakte zijn vrouw hem stevig in en legde hem in mijn tas, boven op de schelpen. Het was een plechtig moment. Om onze afspraak te bezegelen gaven we elkaar de hand en noemden onze naam. Hij stelde zich voor als Pol Vanhoeck, zij als Diana Pierre. Over een tijdslimiet werd niet gesproken. Ze wuifden me uit. Ik vertrok met een mooi verjaarscadeau en was twee vrienden rijker."

Fragment uit de roman Zeepijn, Charlotte Mutsaers, 1999

JOUW STAD. JOUW VRAGEN. JOUW BEZORGDHEDEN. JOUW REACTIES.
Kom hier met al je vragen, en zelfs om eens te klagen. Maar ben je echt content, geef dan een compliment bereikbaar van maandag tot en met zaterdag van 8 tot 19 uur.